Historie

Beschrijving van de kerk Eemnes buiten

De kerk in z’n huidige vorm stamt, zoals we gezien hebben in het historisch overzicht, uit 1352 en is in het begin van de 17e eeuw (na de brand van 1574) weer opgebouwd op de oude muren en van een nieuwe, hogere kap voorzien. Dat de oude kap lager was, is op de kerkzolder nog te zien aan het metselwerk van de toren. De kerk loopt van de toren uit gezien wat wijder uit, de kerk 31 cm en het koor 16 cm. Dit is door de vroegere bouwmeester waarschijnlijk bewust gedaan om de kerk wat groter te laten lijken. Het huidige plafond stamt uit 1790 en is versierd met houten bloemen. De consoles voor de muurplaten en de trekbalken zijn versierd met housnijwerk, het z.g. Vredeman de Vries ornament. U vindt dit ook terug in het portaaltje aan de zuidzijde. Er hangen in de kerk een drietal houten wandborden, t.w.s

  • De tien geboden uit 1607.
  • De Apostolische geloofs- belijdenis uit 1612.
  • Een schilderij van het Laatste avondmaal gemerkt M.V.K. uit 1797.

Voor in de kerk hangen twee psalmborden uit 1738.

De twee psalmborden voor in de kerk zijn er na de laatste restauratie bijgemaakt.

Aan de noordmuur zien we de vroeg barokke ambachtsheerenbank uit de 18e eeuw, die gereserveerd was voor de ambachtsheer en zijn familie. Recht hiertegenover zien we op het baldakijn een wapen met drie potten. Dit is met de laatste restauratie op de koorzolder gevonden en is van de familie van Bemmel uit Amersfoort.

Verder naar voren zien we twee kleine zijbanken met een voorfront van gotisch briefpaneel. Deze bankjes zijn van voor 1500. Het is niet bekend of zij bij de grote brand van 1574 gespaard zijn gebleven of dat zij in het begin van de 17e eeuw uit een andere kerk hier naartoe zijn gehaald. Vervolgens komen we bij het fraaie met verkoperde bogen bekroonde doophek uit 1649, waarop ook twee prachtige koperen kandelaars staan.

Ook vinden hier de rijk van houtsnijwerk voorziene preekstoel in Hollandse renaissance stijl uit 1604. Hierachter bevindt het zich ook al van veel houtsnijwerk voorziene koorhek uit 1618.

Het doopvont is door enkele leden van het C.J.V. in 1967 vervaardigd.

Het orgel is in 1969 gebouwd door de firma Blank uit Herwijnen. Vervolgens komen we in het koor van de kerk waar zich de grafstenen van de ambachtheeren van Hasselaan en van Naamen bevinden.

Ook ziet u hier de oude altaarnissen met daarin twee oude statenbijbels. Er staat ook nog een oude 18e eeuwse compagnieskist (scheepskist) en hangen er twee 18e eeuwse kronen. Tenslotte komen we in de sacristie die waarschijnlijk bij de brand van 1574 gespaard is gebleven en stamt uit de tijd dat de toren werd gebouwd. Ook hier een prachtig gemetselde plafond met diverse tufstenen gebeeldhouwde figuurtjes onder aan de gemetselde kruisribben. De betekenis van deze figuren is niet bekend. Het wastafeltje en de schouw zijn bij de laatste restauratie op de plaats van de vroegere ingang gekomen. Ook is er nog een eikenhouten ingemetselde kast. De houten lambrizering is enkele jaren terug aangebracht.

 

Beschrijving van de Toren Eemnes buiten

De toren die gerekend wordt tot de middelgrote Utrechtse torens en verwant is aan de torens van Soest, Houten, Loenen, Westbroek en Amerongen. Van deze torens wordt de toren van Amerongen als de mooiste beschouwd. De Eemnesser toren is opgebouwd uit drie geledingen van ± 12 meter en bekroond met een achtkantige spits en een ijzeren kruis met een haan. De haan werd eind 1977 door de bliksem getroffen, maar zal waarschijnlijk wel weer herplaats worden. De totale hoogte van de toren is 50 meter. Aan de oostzijde van de toren ziet u de pas ontdekte en fraai gerestaureerde wijzerplaat uit 1837. De toren wordt beschouwd als een van de eerste, zo niet de eerste met een uurwerk. Dit blijkt uit het feit dat er gelijk met de bouw in 1521 in het metselwerk rekening is gehouden met de wijzerplaat. Aan de noord- en aan de zuidzijde vinden we een achtkantig zijtorentje. In de noordelijke is een trap ondergebracht en valt het licht niet door raampjes naar binnen maar door de schietgaten. In het zuidelijke torentje vinden we van onder tot boven een doopcel, gevangenis en vlucht of schatkamertje die we nog nader gaan bekijken. De doopcel had vroeger waarschijnlijk een verbinding met de kerk. Op de plaats van de huidige buitendeur stond het doopvont opgesteld. Boven in het gemetselde plafond bevindt zich nog een sluit-steentje met daarop een afbeelding van de doop van Jezus Christus door Johannes de Doper. Onderaan de gemetselde ribben zijn nog tufstenen kopjes te zien. In later tijden werd er een houten plafond aangebracht en een deur naar buiten. Het geheel werd toen in gebruik genomen als gevangenis. Na de laatste restauratie is dit vertrekje helaas in gebruik genomen als machinekamer voor de sprinkler installatie.

Als we nu de toren naar binnen gaan door de grote deuren ziet u achter die grote deuren de gaten voor de sluitbalk, die in tijden van nood achter de deuren werd geschoven.

Dit vinden we ook terug bij het kleine torendeurtje in de kerk. Boven de deuren ziet u het in ere herstelde glas in lood raam en daarboven het gemetselde kruisribgewelf met onder aan de ribben gebeeldhouwde duivelkopjes.

Als we door de kerk de toren in naar boven gaan, krijgen we links de loopbrug die tussen de orgelpijpen doorgaat naar de voormalige gevangenis boven de doopcel. Naast de verschillende ramen zien we hier een houten deurtje met een hart erin gezaagd ook is er nog een gemetselde nis en een tufstenen bandje waar een kaars op een beeldje op kon staan. Als we verder naar boven gaan komen we bij de uurwerkkamer met het oude uurwerk uit 1901. De stalen gewichten en ook nog de oude stenen gewichten van dit uurwerk zijn nog aanwezig. Het uurwerk is niet meer in gebruik en vervangen door een electrisch uur-en luidwerk. Tegenover de uurwerkkamer bevindt zich een deurtje naar de kerkzolder, terwijl we als we rechtsaf een tiental treden in het donker naar beneden gaan, in een vlucht of archiefkamertje of misschien wel boetecel terecht komen. U bevindt zich hier in de spits van het zuidelijke torentje. Gaan we verder naar boven dan komen we bij de grote klok, die in 1950 door Jacobus van Bergem uit Midwolde gegoten werd. Nog verder naar boven komen we bij de vier open boogramen waar we naar vier kanten een prachtig uitzicht hebben. Let eens op de ronde zelfdragende gemetselde vloer.

We kunnen nu nog een etage hoger en komen dan bij de pas gerestaureerde en fraai gebeeldhouwde ballustrade. We staan nu 38 meter hoog en hebben hiervandaan een prachtig uitzicht over Eenmes en omstreken. Bij helder weer kunt u in het zuiden de Domtoren van Utrecht waarnemen. Aan de polderkant ziet u de Eenmesservaart liggen die in 1656 gegraven is. Links van de vaart ziet u de overdwars verkavelde strook land die vroeger Zijtwend of Zuidwend werd genoemd. Verder naar achteren ziet u de Zomerdijk liggen waarvan het bestaan in 1435 al vermeld werd. In het noorden ziet u Zuid-Flevo-land en in het westen het Gooi liggen. Met deze rondblik sluiten wij dit overzicht van kerk en toren af.